De belangrijkste opgave binnen thema 3 is om samen met gemeentelijke overheden, bedrijven en burgers nieuwe concepten te ontwikkelen waarmee mensen die aan de kant staan, duurzaam kunnen worden geïntegreerd in het arbeidsproces. Bestaande concepten slagen daarin te weinig. Zij zorgen niet voor een goede match tussen de capaciteiten van de doelgroep en de beschikbare arbeidsplaatsen en hebben onvoldoende oog voor het belang dat de juiste persoon op de juiste plek terecht komt. Ze zijn ook te weinig gericht op het creëren duurzame en kwalitatief goede oplossingen. Te veel mensen staan daardoor langdurig aan de zijlijn en gaan daarmee min of meer vanzelf tot de kansarmen behoren. Eenmaal daar aangeland, worden mensen die een uitkering hebben te vaak re-integratie programma’s aangeboden zonder duurzaam perspectief op werk. Mensen raken daardoor ontmoedigd en verliezen hun veerkracht. De kunst is deze trend te doorbreken.
Thema 3 speelt in op de gebrekkige aansluiting van een deel van de potentiele beroepsbevolking op de arbeidsmarkt. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn niet in staat om op eigen kracht een betaalde baan te verwerven of te behouden. Limburg heeft een relatieve
oververtegenwoordiging van mensen waarvan de arbeidsmarkt een afstand heeft genomen. Als het uitgangspunt van onze samenleving is dat eenieder de kans moet hebben om te participeren zal ook deze groep daartoe in staat gesteld moeten worden. Inclusieve Organisaties zijn in staat om mensen met een diversiteit aan talenten in zich op te nemen, ook mensen met beperkte mogelijkheden. Dit is van groot belang voor de duurzame inzetbaarheid van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook voor het beter functioneren van de Limburgse arbeidsmarkt, waarop het bedrijfsleven, zorginstellingen en het onderwijs kampen met vacatures die moeilijk zijn in te vullen.
Doel van thema 3 is drieledig: op de eerste plaats wordt beoogd meer inzicht te geven in de kenmerken van de groep van mensen met aansluitingsproblemen op de arbeidsmarkt. Er zal een profielschets van deze groep worden gemaakt, met aandacht voor de wijk- en buurtproblematiek. In aansluiting hierop wordt de effectiviteit van het gevoerde re-integratiebeleid onderzocht. Deze onderdelen richten zich op het beleidsmatige niveau.
Vervolgens wordt de aandacht gericht op mensen met een afstand, en zal hun feitelijke arbeids- en ontwikkelmogelijkheden in kaart worden gebracht. Hiervoor is een methodiek ontwikkeld: de Maastrichtse Werk Capaciteiten Monitor (MW©M). Dit instrument is specifiek ontwikkeld als ontwikkel- en begeleidingsinstrument voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Tot slot wordt in dit thema ook gekeken naar de wijze waarop het werk is georganiseerd en of er mogelijkheden zijn om werk anders te organiseren opdat er mogelijkheden ontstaan om geschikt werk te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tevens wordt dan nagegaan of er knelpunten zijn in de wijze waarop het werk is georganiseerd die het functioneren van groepen werknemers in die organisatie belemmeren. Oplossen van deze knelpunten maakt de organisatie gezonder en meer flexibel.